Zelfregulerende apparatuur
De EPBD III vereist dat er zelfregulerende apparatuur wordt aangebracht voor het reguleren van de temperatuur in aparte verblijfruimtes. De zelfregelende apparatuur moet automatisch de verwarmings- en koelingsoutput aanpassen bij wisselingen in de binnentemperatuur en op basis van andere parameters, zoals vooraf ingevoerde instellingen.
Voorbeelden van apparatuur die aan de eisen voldoet, zijn:
- een thermostatische radiatorknop
- een kamerthermostaat
- een thermostaat van een ventilatorconvector
- gebouwautomatiserings- en controlesystemen die de temperatuur reguleren per verblijfsruimte of -gebied
Deze verplichting is van toepassing bij nieuwbouw en bij bestaande bouw, wanneer één van de centrale warmtegeneratoren of een derde of meer van de afgiftelichamen (meestal radiotoren) wordt vervangen. Is het gebouw aangesloten op stadsverwarming? Dan geldt de verplichting wanneer de afleverset wordt vervangen.
De verplichting vervalt als de kosten van de zelfregulerende apparatuur meer dan 20% bedragen van het technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming.
Voor meer informatie: Systeemeisen technische bouwsystemen EPBD III | RVO.nl | Rijksdienst